Marianne Reiniera Groen
Marianne Reiniera Groen werd op 30 april 1941 in Rotterdam geboren als oudste in een gezin van twee kinderen. Haar vader zat in het verzet; hij hielp Joden en zwarte muzikanten onderduiken. Haar moeder bracht in de kinderwagen wapens en illegale kranten rond. Als het te gevaarlijk werd, nam zij de kinderen mee naar haar ouders die in een prachtig huis vol kunst en antiek woonden. Na de bevrijding vertrok zij met een Britse officier naar Engeland. Marianne en haar broertje bleven bij hun vader. Hij hertrouwde en erfde van zijn vader een bloeiende winkel van Underwood-schrijfmachines op de Witte de Withstraat, maar Olivetti veroverde de markt en Mariannes vader, een groot jazzliefhebber, veranderde de winkel in een kroeg, Green’s Pride. Marianne was vaak bij de grootouders, speelde op de piano, kreeg tekenles van een buurvrouw en ging naar het gymnasium. Ze had moeite met Latijn en stapte over naar een particuliere meisjes-ulo.
Na haar eindexamen werd ze aangenomen op de kunstacademie, ze werkte hard en haalde alle tekenaktes. Ze was avontuurlijk en enthousiast. Toen de burgemeester in 1962 Rotterdammers vroeg om bij een Amerikaans vlootbezoek de manschappen met open armen te verwelkomen, deed ze dat, zegt haar zoon Marcus, ‘iets te letterlijk. Een marineofficier die na tien dagen naar de volgende haven vertrok, werd mijn vader.’
Marianne Groen, op 31 december 2011 op zeventigjarige leeftijd overleden, was een Rotterdamse kunstenares die met haar stralende glimlach en ontwapenende schoonheid menig schrijver, schilder en muzikant in vervoering bracht. Om haar gingen plaatselijke helden met elkaar op de vuist. ‘Lachebekkie’ werd ze wel genoemd, een dichter omschreef haar vol bewondering als ‘Alma Mahler aan de Maas’: ‘een kanjer, niet stuk te krijgen’. Jarenlang heeft zij geprobeerd de legendarische schrijver en dichter Cor Vaandrager, ‘de liefde van mijn leven’, voor de ondergang te behoeden. Die opdracht was zelfs haar te zwaar en is jammerlijk mislukt.
Aan durf en temperament ontbrak het haar niet. Toen een politieagent haar eens aanhield omdat zij door rood licht reed, ontstak zij in verontwaardigde woede en de agent barstte in snikken uit. Ze nam hem in haar armen en troostte hem als een moeder. Ze speelde piano, gitaar en viool, schilderde op de computer en bracht een cd uit onder de naam Grandmagreen.
In 1966 ontmoet beeldend kunstenares Marianne Groen Vaandrager in een Rotterdamse club en ze krijgen een relatie. Er ontstaan echter al snel spanningen, omdat Vaandragers leven in toenemende mate door drugs wordt bepaald. Hij gebruikt voornamelijk speed, maar ook allerlei andere middelen waarop hij de hand kan leggen. Marianne Groen verbreekt de relatie na een jaar, maar verdwijnt niet voorgoed uit zijn leven.
Bron:https://www.vn.nl/uit-het-leven-14/